Vanwege de toenemende drukte op het Merwedekanaal is in 1995 de Stichting Watersportbaan Midden-Nederland (SWMN) opgericht. Deze stichting zoekt namens de drie verenigingen naar aanvullend roeiwater waar de wedstrijdroeiers zonder smalle bruggen, zwemmers, recreatievaart, etc. veilig kunnen trainen. Zo ook in de omgeving van Utrecht, dit als aanvulling op het Merwedekanaal waar de roeiers steeds verder worden verdrukt. Uit een eerder haalbaarheidsonderzoek (in 2004 uitgevoerd door Grontmij) bleek dat Rijnenburg een (bijzonder) geschikte locatie is.
In polder Rijnenburg zien de roeiverenigingen onder andere deze kansen:
-
- Energiewinning en –opslag: door gebruik te maken van temperatuurverschillen in het water kan warmte of koude worden gewonnen, ook kan stroming worden gebruikt om energie te winnen. Daarnaast kan een roeibaan dienen als energieopslag;
- Waterbuffer: de roeibaan kan worden gebruikt als buffer; om in regenperiodes ‘natte voeten’ te voorkomen en bij schaarste water beschikbaar te hebben. Mogelijk kan de roeibaan onderdeel vormen van de ‘Klimaatbestendige Water Aanvoer’, waarbij in droge tijden water aangevoerd wordt naar het westen van Nederland;
- Oplossen milieuproblematiek Nedereindse plas: grond die voor de roeibaan wordt afgegraven, kan helpen bij het oplossen van de ‘milieu-uitdaging’ die nog altijd bestaat bij de Nedereindse plas;
- Geluidswal: de afgegraven grond kan ook worden gebruikt voor het realiseren van een
geluidswal langs de snelwegen, waarop zonnecollectoren geplaatst kunnen worden; - Groen recreatiegebied: de roeibaan kan het hart vormen van een groot recreatiegebied net zoals bijvoorbeeld de Bosbaan in het Amsterdamse Bos;
- Verrijking ecologische diversiteit: natuurvriendelijke oevers bieden onderdak aan veel verschillende planten en dieren;
- Andere (groene) sporten faciliteren: een roeibaan kan ook worden benut voor langeafstands(wedstrijd)zwemmers, triathleten, wedstrijdkanoërs, etc.
Plannen
In de loop van de laatste decennia vielen om uiteenlopende planologische redenen Leidsche Rijn, de Haarrijnse Plassen, de Maarsseveense Plassen en de Uithof als locaties voor aanvullend roeiwater af. De enige realistische locatie bleek de polder Rijnenburg. Naar deze locatie zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd:
- 2004: De Rijnenburgbaan; GRONTMIJ
- 2018: Kaartenboek ; locatieonderzoek roeiwater Rijnenburg en Reijerscop; SWECO
- 2019: Haalbaarheidsstudie roeiwater Rijnenburg; SWECO
- 2023: Roeiwater Rijnenburg Utrecht; BUREAU BUITEN-economie en omgeving
Al deze onderzoeken en rapportages komen tot een eensluidende conclusie: het creëren van roeiwater in de polder Rijnenburg is haalbaar, in planologisch en financieel opzicht.
Veilig
Het laatste onderzoek wordt door alle drie de Utrechtse roeiverenigingen – Orca, Triton en Viking – en door SWMN en door Roeiclub Rijnenburg (in oprichting) onderschreven. Het rapport presenteert twee opties voor water waarop de roeiers prima uit de voeten kunnen: noodzakelijke langeafstandentrainingen zijn mogelijk, er kunnen nationale wedstrijden worden georganiseerd en de wedstrijdroeiers kunnen er veilig sporten. Maar ook andere watersporters kunnen van het aangrenzende water gebruik gaan maken, zoals zwemmers. Uiteraard met, vanwege de veiligheid, een goede afbakening tussen beide gebruikersgroepen. Bovendien is er plek voor talloze varianten van oeverrecreatie.
Koppelkansen
Maar er is meer. Het roeiwater kan uitstekend worden gebruikt om de groene opgaven in de polder Rijnenburg te realiseren. Als er straks in de polder ruim 20.000 woningen zijn verrezen en ruim 200 hectaren zijn volgelegd met zonnepanelen, zal er alleen al als het gaat om biodiversiteit een grote behoefte zijn aan een parkachtige omgeving, waarin roeiwater een centrale rol kan spelen, zoals de Bosbaan dat in het Amsterdamse Bos doet. Daar komt bij dat het waterschap een plek zoekt waar zogeheten ‘Limburgse buien’ kunnen worden opgevangen.
Budgetneutraal
Bureau Buiten becijferde dat het hele project vrijwel budgetneutraal kan worden uitgevoerd. Het bebouwde oppervlak van de nieuwe woonwijk zal immers gecompenseerd moeten worden om regenwater op te kunnen vangen. Dit zogeheten compensatiewater kan uitstekend worden benut als roeiwater, en ook in het energielandschap zal compensatiewater moeten worden opgenomen.
Kostenreductie
Verder is het zo dat het huidige concept – een ‘rondje’- letterlijk veel beter is te overbruggen, omdat het trainingswater smaller is dan een ‘klassieke’ roeibaan: dit ontwerp heeft grotendeels éénrichtingverkeer. Daardoor kunnen de kosten voor bruggen aanmerkelijk worden gereduceerd. Meerkosten die voor het roeien moeten worden gemaakt, zoals voor botenloodsen, kantine, kleedruimten, vlotten et cetera, zullen worden gefinancierd uit eigen middelen.
Het rapport kan hier worden bekeken.